WLASSH®
2011-2024

 Winchester Lever Action Shooters Society Holland 

 Kamerdruk van een 9mm patroon.

10-12-2021

Lever Action wapens en de 9mm patroon?

Lever action geweren hebben toch niets van doen met deze patronen? 


Helemaal waar maar het is een extra stukje informatie welke mooi aansluit bij het hoofdstuk over het gebruik van 9 mm kogels in een .38/357 wapen. Klik hier voor het bewuste artikel. 
Waarom we dit doen?
De WLASSH wordt heel vaak benaderd door leden en lezers met uiteenlopende vragen over herladen maar soms ook over kalibers die we niet gebruiken voor onze sport. Het is te begrijpen dat ze gesteld worden want Lever Action schutters bezitten natuurlijk meerdere sportwapens om de schietsport mee te bedrijven, ook 9mm pistolen. En als je goede ervaringen hebt met een organisatie - al zijn we niet een algemene vraagbaak voor ieder maar in eerste instantie voor de leden - dan volgt vaak een volgende vraag.
Als service hebben we besloten om er dan toch wel enige aandacht aan te schenken want de 9 mm patroon is niet zomaar een patroon. Door zijn compacte vorm is het een patroon die erg gevoelig is voor sterke drukverhogingen ontstaan door een toegepaste zetdiepten van de kogel. Herladen van deze patroon  moet dan ook met enige zorgvuldigheid worden gedaan.

Kamerdruk 9 mm Para patroon (9x19).
Een patroon ontwikkeld in 1901 en op de markt gebracht in 1902.
Deze voor zijn tijd compacte patroon werd van oorsprong met rookloos kruit geladen.
De maximale kamerdruk van een 9mm (9x19) patroon mag tegenwoordig 2350 bar zijn. Dat is de uiterste maximale druk volgens de CIP (Europese norm). Een waarde waar we dus als herlader nooit in de buurt bij mogen komen.
In de herlaadtabellen wordt vaak gesproken over de startlading. Dat is bijna altijd de maximale lading minus 15%. Door een overdaad aan verkrijgbare componenten kan het vaak verwarrend zijn om de juiste spullen te vinden om deze patroon te laden.
Er is teveel voorhanden maar wat is nu goed? 

Met welke componenten worden de patronen geladen?
De pistoolpatronen in ons voorbeeld worden geladen met Vihtavuori N320 kruit en wel 3,5 grain.
De .356 kogel is van het merk Los en heeft een gewicht van 123 grain. De totale patroonlengte (COL Cartridge Overall Lenght) bedraagt maximaal 29 mm. De lengte van de loop van waaruit wordt geschoten is 5 inch.

Wat missen we in de herlaadtabellen?
In de herlaadtabellen van Vihtavuori wordt gesproken over kogelgewicht maar het materiaaltype is ook zeer belangrijk en die wordt in het geheel niet genoemd. En zo zijn er wel meer hiaten in het overzicht van dit Noors/Fins bedrijf te vinden (Daarover heeft u kunnen lezen in het artikel over de .44-40WCF).
En vaak wordt dan een bijna gelijkwaardig kogel (in vorm) en van hetzelfde gewicht (123 grain) gekozen om de herlaadgegevens boven water te halen die in de buurt liggen van de kogels  die men in een eerder stadium heeft aangeschaft. 
Verschillende kogeltypen van 123 tot 124 grain zijn immers in het Vihtavuori kruitoverzicht weergegeven.
De start- en maximumladingen voor het N320 kruit en dit bewuste kogelgewicht vallen tussen 3,2 en 4,3 grain.

De gekozen lading levert de volgende informatie op:
- Bij een lading van 3,5 grain N320 is de vulgraad van de huls ongeveer 73 %.
- Er wordt hier wel 0,3 grain geladen onder de startlading (informatie LOS).
- De optredende kamerdruk is bij afvuren 1457 bar. Dat is ruim binnen de marge en dus volledig veilig.
- De snelheid van het projectiel vanuit de monding (Muzzle Velocity) bedraagt 992 fps.
  Omgerekend in meters per seconde is dit 302  m/sec.
- De energie (Projectile Energy) van het projectiel is 364 Joule.
  Dat is niet gering. Ter vergelijking: een luchtbuks is vaak 7,5 Joule.

Aanvullende informatie over de marge:
- De startlading (maximale lading minus 15%) begint bij 3,8 grain N320.
- De maximale lading wordt bereikt bij 4,4 grain N320 (info van testcenter).
  Tussen 3,5 grain (laag maar veilig) en 4,4 grain (zeer kritisch) ligt een verschil van maar 0,9 grain.
  Dat is in gram een verschil van 0,0583 gram.

- 1 gram = 15,43 grain
- 1 grain = 0,064 798 91 gram

Een tip voor het schieten in de koude:
De lading van 3,5 grain N320 is een voor deze hulstypen erg lage maar veilige lading.
De kruitlading zal dan ook zeker voor 100 % verbranden.
Maar mocht het pistool op een buitenbaan gebruikt worden in de koude, dan kan een storing optreden. Koude kan de verbranding van het kruit wel met zo’n 10-15% doen laten dalen maar de slede heeft wel genoeg kracht nodig om naar achteren te glijden.
Een semi- automatisch pistool is uiteindelijk een vergrendelde terugstootlader en dat zegt al genoeg. Die heeft energie nodig om een paar hoofdzaken in gang te zetten:

- Loop en slede eerst te ontgrendelen.
- De slede volledig naar achteren te doen bewegen.

Mocht deze storing zich voordoen dan is een lichte verhoging van de kruitlading noodzakelijk om dit euvel op te heffen.

Een belangrijke waarschuwing.
Laten we aannemen dat de kogel zetdiepte moet worden gewijzigd door de kogelvorm.
Het ogief van de kogel (de overgang van diameter naar punt) kan per merk verschillen. Hij kan wat boller verlopen en daardoor als patroon niet helemaal meer in de kamer passen met een COL van 29 mm. De slede zal dan ook niet meer geheel sluiten.
De COL moet dan minder worden oftewel, de zetdiepte van de kogel in de huls zal iets gewijzigd moeten worden.
De ruimte in de huls gaan we daarmee verkleinen. 
Maar wat voor invloed heeft dat op een patroon waar de inhoud van de huls al zeer gering is?
Dat is de cruciale vraag.

Een paar 9 mm mantelkogels op rij.
Van links naar rechts: 90 grain JHP, 115 grain FMJ, 124 grain JHP en 147 grain TMJ.

De zetdiepte van de kogel.
We zetten de kogel dieper, hebben een COL van 28 mm en de patroon past nu wel in de kamer. Het volgende zal gebeuren:
De druk zal flink toenemen en bijna 1700 bar bereiken maar nog wel veilig zijn.
Dus 1 mm zetdiepteverschil bij een LOS kogel van 123 grain en een kruitlading van 3,5 grain N320 geeft een drukverhoging van 250 bar. Dat is 125 x de druk van een autoband.

Zetdiepteverschillen van twee 9 mm patronen in beeld. Het is logisch dat een dieper geplaatste kogel (links) een gereduceerde lading moet hebben (bij eenzelfde type kruit) dan de rechter patroon, anders loopt de druk aanzienlijk op.

We praten hier nog steeds over een lage lading van 3,5 grain N320.
Maar wat nu als de patronen geladen zouden zijn met 4,0 grain N320 en de zetdiepte moet dan aangepast worden?
Een lading van 4,0 grain wordt veel toegepast door schutters die ook steel plate of parcours schieten.

De lading van 4 grain is nog steeds onder de maximale lading van 4,4 grain dus dat is bij een COL van 29 mm geen probleem.
Maar stel dat het ogief dwingt om nu ook dieper te zetten naar 28 mm. Dat kan ontstaan door aankoop van een ander kogelmerk. Dan verandert er opeens heel veel en zal de druk stijgen naar 2240 bar en daarmee heel dicht tegen de uiterste grens komen te liggen. In USA tabellen komt dan direct te staan:

DANGEROUS LOAD-DO NOT USE

De zetdiepte is dus van groot belang. Probeer dus zoveel mogelijk de waarde die is opgegeven in de herlaadtabellen aan te houden. En is de kogel daarin niet te vinden, raadpleeg dan meerdere tabellen van diverse andere kruitsoorten of die van de fabrikant zelf. Raadpleeg anders ervaringsdeskundigen maar neem geen risico.

Wat nu bij een 4 inch loop?
In de berekening hebben we aangenomen dat het pistool waar de patronen in worden afgevuurd een looplengte heeft van (de veel voorkomende) 5 inch oftewel 127 mm.
Bij een 4 inch looplengte zal de druk in de kamer natuurlijk hetzelfde blijven maar de snelheid en energie zullen afnemen.
Alhoewel het kruit ook nu voor 100 % zal verbranden, neemt de snelheid en energie af.
De snelheid zal 289 m/sec bedragen.
De energie van het projectiel zal 333 Joule bedragen.
De snelheid zal afnemen met 4%.
De energie zal afnemen met 8,5%.